Startblokken in de praktijk
De kinderen zitten vol spanning met hun jassen aan. Klaar om de wijde wereld in te trekken, samen met hun pedagogisch medewerkers.
In de groep hebben de pedagogisch medewerkers het thema ‘De bakker’ alvast geïntroduceerd. De kinderen hebben al verteld hoeveel boterhammen ze ’s morgens eten en wat ze er graag op lusten. “Als we brood gaan halen hebben we geld nodig. We moeten het betalen. Pien, wil jij de portemonnee bewaren en straks de boodschappen betalen?”. Pien is daartoe bereid en zo kan de ontdekkingsreis beginnen. De bakkerswinkel is vlakbij en vol verwachting stapt de groep naar binnen. De pedagogisch medewerker bestelt twee broden en tien krentenbollen. De kinderen luisteren geboeid. Er is veel te zien in de winkel en het ruikt er zo lekker: manden vol lekker brood en taart om je vingers bij af te likken. De bakker, met een schort voor en bakkersmuts op, komt ook even naar de kinderen toe. Hij nodigt ze uit om een kijkje te nemen in de bakkerij. Daar wordt deeg gekneed en taarten opgespoten. Teun weet te vertellen dat zijn moeder dat ook heel goed kan. Hij maakt kneedbewegingen en laat daarmee zien dat hij echt weet hoe mama dat doet. De verhalen barsten los: de kinderen weten al erg veel. Tegelijkertijd houden ze de bakker in de gaten die koekjes aan het maken is. Ze mogen zelfs helpen! Met rode blossen op hun wangen verlaten de kinderen voldaan en met een schat aan ervaringen de bakkerij, in hun hand een lekker bolletje om te proeven. Weer terug op het kinderdagverblijf gaan de kinderen zelf aan de slag: brood verkopen in de bakkerswinkel, betalen met ‘echt’ geld, taartjes bakken in de zandtafel en nog veel meer, want spelen dat je een echte bakker bent gaat na zo’n inspirerend bezoek aan de bakkerij natuurlijk nog veel beter.
Bij Startblokken van Basisontwikkeling, het VVE programma (voor- en vroegschoolse educatie) dat Zonnekinderen al enige jaren gebruikt in haar kindercentra, draait het allemaal om spel. Kinderen spelen graag. Ze hebben interesse in de dingen die om hen heen gebeuren en in wat grote mensen doen in de ‘echte’ wereld. Ze stappen met verve in de rol van volwassene. Ze willen, net als mama, de baby verzorgen en, net als papa, het eten koken. En na bovenstaand bezoek, net als de bakker, brood bakken en taarten maken. Door de wereld na te spelen ontwikkelen kinderen zich in de breedste zin van het woord. Ze leren de wereld kennen en gaan begrijpen hoe het er daar aan toe gaat. Ze leren dat het handig is als je kunt samenwerken en goed kunt communiceren. Ze leren de taal gebruiken die daar bij hoort, tekens en symbolen begrijpen die ze tegenkomen in de echte wereld. Kinderen spelen graag én ze leren er alles wat ze nodig hebben om in de echte wereld later, als volwaardig lid van de maatschappij, deel te nemen. Daarbij spelen de pedagogisch medewerkers een belangrijke rol. Zij hebben geleerd hoe zij het spel van de peuters zo kunnen begeleiden dat het ontwikkelingswaarde krijgt.